Reformatorisch Dagblad, 01-01-2019

Roman over intimiteit in een relatie

Lichamelijke intimiteit is door God bedacht en hoort in het huwelijk een zekere plaats te hebben. Wanneer die intimiteit er niet meer is, groeit een relatie scheef. In de roman ”Zeven tinten wit” illustreert Remmelt Mastebroek dit aan de hand van het huwelijk tussen Sil en Gabriëlle. Na het overlijden van hun dochter raken ze elkaar kwijt. Sil wordt depressief en verliest de wil om te leven. Hij voelt zich lichamelijk afgewezen en Gabriëlle voelt zich ongehoord. Als Sil naar Patmos gaat voor een periode van rust, krijgt hij inzicht in het proces van rouw en in de verschillen tussen Gabriëlle en hemzelf.

”Zeven tinten wit” bevat zeven hoofdstukken met elk een andere tint wit als titel, als symbool voor de kleurschakeringen in een huwelijk. Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn, want een relatie is ook hard werken. De lichamelijke eenheid is iets prachtigs om te vieren in een huwelijk, maar het gemis ervan kan afstand creëren en schade berokkenen. De onmacht om elkaar nog te bereiken wordt goed weergegeven. Seksualiteit staat in dit boek centraal als een geschenk van God in een huwelijk, waarop geen taboe hoeft te rusten, maar dat een duidelijke plek behoeft. In onverbloemde woorden komt dit dan ook aan de orde, iets waar sommige lezers zich aan kunnen storen. De boodschap is helder: vier de liefde, zoals God die bedoeld heeft, en houd deze zuiver in het huwelijk.